Het uitspreken en vastleggen van wensen en angsten geeft rust

“Vaak denken zorgverleners: waar haal ik de tijd vandaan voor ACP-gesprekken? Maar tijdens ons ‘gewone’ poliklinische en klinische werk praten we al vaak met patiënten over hun wensen en behoeften”, stelt Linda Kemink, sinds 1 april 2023 bestuurder van Adrz in Goes en voorheen internist-endocrinoloog in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ‘s-Hertogenbosch. “Daarom is mijn tip om wat we in de praktijk al lang goed doen, het verzamelen van informatie over wensen en behoeften van patiënten, op een vaste plek in het patiëntendossier te zetten. Op die manier kunnen we dit goed registreren en weet iedereen waar de informatie te vinden is.”

Linda constateert ook dat zorgverleners twijfelen of ze zo’n ‘moeilijk’ ACP-gesprek wel kunnen voeren. “Ook dan zijn de gesprekken en de informatie die al in ons dossier staan heel erg helpend. Je kunt terugkomen op een eerder gesprek en verwijzen naar wat er toen gezegd is over bijvoorbeeld kwaliteit van leven, mentaal welbevinden, het dagelijks functioneren, zingeving en sociale contacten.”

Patiëntendossier als basis voor ACP-gesprek

Deze bestuurder benadrukt dat voor gesprekken over wensen en behoeften in de laatste levensfase rust en aandacht nodig zijn. “Voor jou als zorgverlener is het belangrijk om jouw patiënt te kennen, dus noteer zaken als hun achtergrond, (voormalig) beroep en waar ze blij van worden in het patiëntendossier. En voer je een gepland ACP-gesprek, neem hier dan voldoende tijd voor en gebruik de informatie uit het dossier.”
 
Dichtbij patiënten staan

De ervaringen die Linda opdeed als arts in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ‘s-Hertogenbosch nam ze mee naar haar nieuwe functie als bestuurder. “Als zorgverlener mag je soms heel dicht bij je patiënten staan en gesprekken voeren over onderwerpen als kwaliteit van leven, zingeving en het levenseinde, vanuit alle kwetsbaarheid en intimiteit die daarbij horen. Als je goed weet wat belangrijk is voor je patiënt, kun je daarna samen beslissen over de verdere stappen in het zorgproces. Welke behandeling vinden we samen waardevol? Gaan we door met behandelen of stoppen we? Zijn er andere zaken die we kunnen (helpen) regelen?”

Alleen zo creëer je intrinsieke motivatie voor ACP

In Adrz is vooral de oncologieafdeling al ver in het voeren en registreren van ACP-gesprekken. “Deze afdeling heeft een goed proces liggen voor hoe we dergelijke gesprekken voeren. Wat we nu vooral willen, is dat ook op andere afdelingen wordt meegedacht over het belang van ACP. Het creëren van draagvlak voor ACP doen we door het doel van ACP-gesprekken goed te belichten en door patiëntverhalen te delen over bijvoorbeeld de rust die het gaf om besluiten over de laatste levensfase vast te leggen. Alleen zo creëer je intrinsieke motivatie voor ACP. Elk team kan vervolgens bedenken welk proces passend is op de eigen afdeling.”

Allemaal invoelen en doorleven waarom ACP meerwaarde geeft aan onze zorg

Linda vindt het belangrijkst dat alle betrokken (zorg)partners het belang van dit soort gesprekken onderkennen. “Dat we allemaal invoelen en doorleven waarom het zoveel meerwaarde geeft aan de zorg die wij verlenen. Ik vind niet per se dat er eenduidig gewerkt moet worden. Ik kan me voorstellen dat op elke afdeling een wat andere inrichting gekozen wordt, passend bij de structuur van de afdeling en de mensen die deze gesprekken voeren. Dat kunnen bijvoorbeeld artsen en verpleegkundigen zijn, of de PA. Het juist noteren van wat er besproken is, is wel van ons allemaal. Alleen dan kan ook iedereen vinden welke gesprekken zijn gevoerd en welke afspraken zijn gemaakt met een patiënt.”

Tot slot beantwoordt Linda de vraag wat een ACP-gesprek patiënten, hun partner en familie en zorgmedewerkers brengt. “Het kunnen uitspreken van wensen en angsten helpt bij het nemen van een besluit over wat iemand wel of misschien niet meer wil. Dat brengt rust. En elke zorgverlener wil goede zorg verlenen, het goede doen. Dat doen wat meerwaarde biedt aan de patiënt. En als je precies weet wat die meerwaarde voor jouw patiënt is en samen hebt besloten, geeft het ook de zorgverlener rust.”