Op de SEH begint ACP te leven

Een deel van de patiënten en hun familie zijn meer bezig met proactieve zorgplanning of ACP, merken ze op de SEH van het Amphia. Daphne Jordaans, SEH-verpleegkundige: ‘Het begint langzaamaan te leven; op de poli’s, in huisartsenpraktijken, de thuiszorg en dus bij patiënten en hun naasten.’

‘We merken het als er al met de patiënt en familie over de laatste levensfase is gesproken. Proactieve zorgplanning nodigt uit tot reflectie op het ziektebeeld. Mensen hebben al nagedacht over wat het inhoudt om acuut ziek te worden en, als ze chronisch ziek zijn, wat het beloop zal zijn. Dus als wij het onderwerp aansnijden dan loopt een gesprek makkelijker, ook als we alleen met naasten kunnen spreken. Want als die op een acuut moment ineens moeten nadenken over wat hun naaste wel en niet zou willen, dan zorgt dat voor veel stress en emotie.

Daarnaast is onze hoop dat patiënten die dat niet willen, niet meer in het ziekenhuis terecht komen.’ Een ander voordeel is een lagere belasting van het zorgsysteem. ‘Veel ingrijpende behandelingen zoals intuberen en beademen zetten we al minder in bij kwetsbare en palliatieve patiënten. Het is belangrijk dat wensen rond de laatste levensfase bekend zijn bij familie en liefst ook inzichtelijk voor de ambulance. Daarmee kan voorkomen worden dat er behandelingen en interventies gestart worden die de persoon zelf niet wil.’
 
Ongewenste gezondheidsuitkomsten
 
Op de SEH van het Amphia kunnen ze niet zien of er iets verandert in het aantal mensen dat in de laatste levensfase NIET naar het ziekenhuis komt omdat ze hebben aangegeven dat niet te willen. ‘We krijgen geen meldingen over mensen die niet ingestuurd worden.’ En er blijven momenten waarop een gesprek over wel of niet insturen onmogelijk is. ‘Op een acuut moment is er minder tijd om iemands wensen te bespreken. Zo’n moment beïnvloedt ook de keuze voor wel of niet behandelen. Proactieve zorgplanning is belangrijk, omdat acuut zieke kwetsbare ouderen een verhoogd risico hebben op ongewenste gezondheidsuitkomsten zoals functieverlies of zorgafhankelijkheid. Daardoor het nog belangrijker om voorafgaand te weten wat wenselijk is, zodat er gepaste zorg kan worden geboden.’ 
 
Nog een keer bespreken
 
Daphne en haar collega’s op de SEH merken dus dat de huisartsen in de regio met proactieve zorgplanning bezig zijn. ‘Ik heb nog weinig verslaglegging ingezien. Dat is logisch, want proactieve zorgplanning is een traject. Huisartsen hebben veel patiënten en dus nog niet met iedere oudere dit traject opgestart. Daar is tijd voor nodig. Wel zie ik soms in verwijsbrieven staan dat proactieve zorgplanning is opgestart. En mensen die uit een verzorgingshuis komen, krijgen weleens een uitgeprinte versie mee.’ In het Amphia worden de wensen rond het levenseinde nogmaals besproken. ‘We checken of iemand diagnostiek wil of juist niet en vragen of eerder gemaakte afspraken nog gelden. Als iemand terug naar huis wil, proberen we dat te organiseren.’
 
Afspraken delen en aanpassen
 
Het eenvoudig kunnen delen van informatie zal het succes van proactieve zorgplanning vergroten. ‘In het Amphia werken we dan ook aan een eenduidige registratie; een vaste plaats in het dossier waarin proactieve zorgplanning wordt vastgelegd en dat iedere zorgverlener van het Amphia kan aanvullen, aanpassen en inzien. We hopen dat dit binnenkort live gaat, als onderdeel van Epic. Dan kunnen we de afspraken die op de verschillende poli’s zijn gemaakt ook inzien. Dit traject is lang, maar we werken eraan.’     

Tips voor eerstelijns-zorgverleners van Daphne

  1. Blijf met elkaar communiceren, zeker ook wanneer er behoefte of noodzaak is voor proactieve zorgplanning. Als je dit aan elkaar doorgeeft dan kun je het samen oppakken.
  2. Stuur je een patiënt naar het Amphia, geef dan een brief mee waarin duidelijk genoteerd staat wat iemands wensen zijn.