Meneer Jansen, een naam die vaak wordt gebruikt voor een fictieve patiënt. Een naam die bij mij altijd zorgt voor een steek in mijn hart. Want meneer Jansen was mijn vader en zijn verhaal, ons verhaal, is de reden waarom ik ACP-ambassadeur ben.
Mijn vader was 51 toen zijn leven compleet veranderde. Een zeldzame vorm van darmkanker leidde ertoe dat zijn gehele dikke darm moest worden verwijderd. Een ingenieuze oplossing van de chirurg voorkwam dat hij moest leren leven met een stoma. Hoewel zijn zelfspot en zwarte humor even onuitputtelijk als inspirerend (en soms ook vermoeiend) waren, werd met de operatie die zijn leven redde een beweging in gang gezet die jarenlang steeds meer dominostenen om liet vallen. Na het doormaken van een beroerte zorgde dat er uiteindelijk voor dat voor hem op 71-jarige leeftijd zijn levenswensen zwaarder wogen dan alle behandelmogelijkheden.
‘Is kleinzoon Owen oké?’ was het eerste dat hij mompelde toen ik hem vond op de vloer van zijn appartement. Direct gevolgd door: ‘Stink ik heel erg?’
In de dagen die volgden spraken we samen over het leven, waar had hij van genoten, wat zou hij nog graag willen maar niet meer kunnen.
‘Maar ik kan jullie helemaal nog niet missen…’ was een van de laatste dingen die hij me zei.
Inmiddels missen we je iedere dag pap, maar ben ik er vooral ongelofelijk dankbaar voor dat we jouw keuze voor kwaliteit, je behandelwensen en je behandelgrenzen konden ondersteunen.
Kim Jansen, wijkverpleegkundige