‘Krijg je een palliatieve zorgaanvraag, benoem dan dat er een moment zal komen waarop een thuiszorgmedewerker zal vragen hoe de cliënt de laatste levensfase voor zich ziet.’ Dat is een van de aanbevelingen die verpleegkundige Loes Vogels doet in haar afstudeeronderzoek naar de uitrol van ACP in de thuiszorg. Ze deed dit onderzoek bij Thebe in Etten-Leur.
In gesprek met Loes Vogels (verpleegkundige bij Thebe), ze is onlangs afgestudeerd op ACP.
Een andere aanbeveling is om alle medewerkers binnen de wijkverpleging de e-learning te laten volgen. ‘Binnen Thebe is de e-learning alleen verplicht voor wijkverpleegkundigen, maar ik weet zeker dat de rest er ook iets aan heeft. Het is voor alle medewerkers goed om te weten dat het gesprek over het levenseinde bij dit werk hoort.’
Wie moeten het ACP-gesprek kunnen voeren in de wijk?
‘Ik heb gekeken naar wat de belemmerende en bevorderende factoren zijn voor zorgmedewerkers om met ACP te starten.’ Een belemmerende factor is bijvoorbeeld timing, wanneer vraag je hoe iemand de laatste levensfase voor zich ziet. ‘Dit merken we binnen Thebe en kwam ik ook tegen in teksten die ik las als research voor mijn scriptie.’
Timing was niet het enige lastige punt. ‘Teamleden gaven bijvoorbeeld aan dat ze het moeilijk vinden om een gesprek aan te gaan over levenseinde.’ Loes heeft in haar scriptie dan ook de vraag gesteld of elke zorgmedewerker die in de wijkverpleging werkt, het ACP-gesprek zou moeten kunnen voeren. ‘Binnen Thebe is ACP uitgerold en is het de bedoeling dat we steeds meer gaan werken met de ACP toolbox en de gespreksleidraden.’
Vast aanspreekpunt
Binnen het team waarin Loes stage liep, werken de zorgverleners in duo’s. ‘Zij zijn het vaste aanspreekpunt voor de cliënten en daarom de aangewezen personen om in de gaten te houden of het moment daar is om een ACP-gesprek te voeren. Dit kan zijn als een cliënt zelf over behandelwensen of het levenseinde begint, of als wij verwachten dat iemand binnen een jaar zal komen te overlijden. Een goede vraag om te stellen is bijvoorbeeld: zou u thuis willen blijven als het slechter gaat?’ Zorgcoördinatoren die liever geen ACP-gesprekken voeren, kunnen de wijkverpleegkundige vragen om dit te doen. Het officieel vastleggen van behandelwensen wordt door huisartsen gedaan.
Loes Vogels studeerde in de zomer van 2024 af als verpleegkundige aan Avans University of Applied Sciences in Breda. Ze liep haar afstudeerstage bij Thebe in Etten-Leur en deed hier onderzoek naar de belemmerende en bevorderende factoren voor zorgmedewerkers om met ACP te starten. Inmiddels werkt ze als verpleegkundige bij Thebe, op een andere locatie dan waar ze afstudeerde.